Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
Ogen die tasten in den blinde
Harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
​
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd wordt gevonden
En zal zichzelf opnieuw verstaan
En leven bloot en onomwonden,
Aan niets en niemand meer te prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
Ogen die tasten in den blinde
Harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
​
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd wordt gevonden
En zal zichzelf opnieuw verstaan
En leven bloot en onomwonden,
Aan niets en niemand meer te prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
​
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
Ogen die tasten in den blinde
Harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
​
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd wordt gevonden
En zal zichzelf opnieuw verstaan
En leven bloot en onomwonden,
Aan niets en niemand meer te prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
​